sábado, 20 de dezembro de 2014

Alberto Caeiro - Een regendag is...




Een regendag is even mooi als een dag van zonneschijn.
Beide bestaan, elk zo hij is.

Um dia de chuva é tão belo como um dia de sol.
Ambos existem, cada um é como é.

Fernando Pessoa via zijn heteroniem Alberto Caeiro 08.11.1915
Vertaling August Willemsen 


Alberto Caeiro was eerste grote heteronym van Pessoa; samengevat door Pessoa, die schrijft: 'Hij ziet dingen slechts met de ogen, niet met de mening.'

Alberto Caeiro - Toen ik je nog niet had

Toen ik je nog niet had 
Toen ik je nog niet had 
Hield ik van de natuur zoals een kalme monnik houdt van Christus... 
Nu houd ik van de natuur 
Zoals een kalme monnik van de Maagd Maria houdt, 
Religieus, op mijn manier, als vroeger, 
Maar op andere, meer ontroerde en meer nabije wijze.
Ik zie de rivieren beter als ik met jou door de velden ga 
Tot aan de oever der rivieren; 
Naast jou zittend, kijkend naar de wolken, 
Kijk ik beter naar de wolken...
Jij hebt de natuur mij niet ontnomen...
Jij hebt de natuur voor mij in niets veranderd...
Jij hebt de natuur heel dicht bij mij gebracht. 
Omdat jij bestaat zie ik haar beter, maar als natuur dezelfde, 
Omdat jij mij liefhebt, heb ik haar net zo lief, maar meer,
Omdat jij mij kiest om je te hebben en lief te hebben, 
Hebben mijn ogen haar langer aanschouwd 
En boven alle dingen. 
Ik heb geen spijt van wie ik vroeger was
Omdat ik die nog ben. 
Ik heb slechts spijt je vroeger niet te hebben liefgehad.

Fernando Pessoa via zijn heteroniem Alberto Caeiro
Vertaling August Willemsen

Alberto Caeiro was eerste grote heteronym van Pessoa; samengevat door Pessoa, die schrijft: „Hij ziet dingen slechts met de ogen, niet met de mening.

Quando eu não te tinha
Quando eu não te tinha
Amava a Natureza como um monge calmo a Cristo...
Agora amo a Natureza
Como um monge calmo à Virgem Maria,
Religiosamente, a meu modo, como dantes,
Mas de outra maneira mais comovida e próxima.
Vejo melhor os rios quando vou contigo
Pelos campos até à beira dos rios;
Sentado a teu lado reparando nas nuvens
Reparo nelas melhor...
Tu não me tiraste a Natureza...
Tu não me mudaste a Natureza...
Trouxeste-me a Natureza para ao pé de mim.
Por tu existires vejo-a melhor, mas a mesma,
Por tu me amares, amo-a do mesmo modo, mas mais,
Por tu me escolheres para te ter e te amar,
Os meus olhos fitaram-na mais demoradamente
Sobre todas as cousas.
Não me arrependo do que fui outrora
Porque ainda o sou.
Só me arrependo de outrora te não ter amado.

Alberto Caeiro, in Pastor Amoroso
(Heterónimo de Fernando Pessoa)


segunda-feira, 18 de junho de 2012

Alberto Caeiro - Wanneer men, na mijn sterven, mijn biografie wil schrijven

Wanneer men, na mijn sterven, mijn biografie wil schrijven

Wanneer men, na mijn sterven, mijn biografie wil schrijven,
Is niets eenvoudiger dan dat.
Zij bevat slechts twee data – die van mijn geboorte en die van mijn dood.
Daartussenin zijn alle dagen van mijn.

Ik ben simpel te omschrijven.

Ik heb gezien als een bezetene.
Ik heb de dingen liefgehad zonder een grein sentimentaliteit.
Ik heb nooit een wens gekoesterd die ik niet realiseren kon, want ik ben nooit verblind.
Zelfs horen was voor mij nooit anders dan een begeleiding van het zien.
Ik heb begrepen dat de dingen werkelijk zijn en allemaal verschillend van elkaar;
Dat heb ik begrepen met de ogen, en nooit met het denken.
Dit begrijpen met het denken zou betekenen ze allemaal hetzelfde vinden.

Op een dag beving de slaap mij als was ik een kind.
Ik sloot de ogen en sliep in.
Afgezien daarvan ben ik de enige dichter van de natuur geweest.


Alberto Caeiro, in "O Guardador de Rebanhos"
Fernando Pessoa via zijn heteroniem Alberto Caeiro
Vertaling August Willemsen

Alberto Caeiro was eerste grote heteronym van Pessoa; samengevat door Pessoa, die schrijft: 'Hij ziet dingen slechts met de ogen, niet met de mening.'

Se depois de eu morrer, quiserem escrever a minha biografia,

Se depois de eu morrer, quiserem escrever a minha biografia,
Não há nada mais simples
Tem só duas datas — a da minha nascença e a da minha morte.
Entre uma e outra cousa todos os dias são meus.

Sou fácil de definir.
Vi como um danado.
Amei as cousas sem sentimentalidade nenhuma.
Nunca tive um desejo que não pudesse realizar, porque nunca ceguei.
Mesmo ouvir nunca foi para mim senão um acompanhamento de ver.
Compreendi que as cousas são reais e todas diferentes umas das outras;
Compreendi isto com os olhos, nunca com o pensamento.
Compreender isto corri o pensamento seria achá-las todas iguais.

Um dia deu-me o sono como a qualquer criança.
Fechei os olhos e dormi.
Além disso, fui o único poeta da Natureza.

Alberto Caeiro

domingo, 20 de maio de 2012

Alberto Caeiro - Wat is mijn leven waard? Aan ’t eind (welk eind?)

Wat is mijn leven waard? Aan ’t eind (welk eind?)
Zegt iemand: ik heb driehonderd pop verdiend,
Een ander zegt: ik heb drieduizend dagen roem gekend,
Een ander zegt: ik ben met mijn geweten in het reine en dat is genoeg…
En ik, wanneer ze voor mijn neus staan en mij vragen wat ik heb gedaan,
Zal zeggen: ik heb gekeken naar de dingen en meer niet.
En daarom heb ik  hier het universum in mijn broekzak.
En wanneer God mij vraagt: en wat heb jij dan wel gezien in de dingen?
Dan zal ik zeggen: niet meer dan de dingen… Gij hebt er niet meer in gelegd.
En God, die het daarmee eens is, zal van mij een nieuw soort heilige maken.

Alberto Caeiro, in "Poemas Inconjuntos"
Fernando Pessoa via zijn heteroniem Alberto Caeiro
Vertaling August Willemsen

Alberto Caeiro was eerste grote heteronym van Pessoa; samengevat door Pessoa, die schrijft: „Hij ziet dingen slechts met de ogen, niet met de mening.

O que vale a minha vida? No fim (não sei que fim)
Um diz: ganhei trezentos contos,
Outro diz: tive três mil dias de glória,
Outro diz: estive bem com a minha consciência e isso é bastante...
E eu, se lá aparecerem e me perguntarem o que fiz,
Direi: olhei para as cousas e mais nada.
E por isso trago aqui o Universo dentro da algibeira.
E se Deus me perguntar: e o que viste tu nas cousas?
Respondo: apenas as cousas... Tu não puseste lá mais nada.
E Deus que é da mesma opinião. Fará de mim uma nova espécie de santo.

Alberto Caeiro in Poemas Inconjuntos
In Poesia , Assírio & Alvim, ed. Fernando Cabral Martins, Richard Zenith, 2001

sexta-feira, 13 de abril de 2012

Over Pessoa...





VPRO gids -27 mei 2000 - DJA

Dat Fernando Pessoa tot een van de meest tot de verbeelding sprekende auteurs in de wereldliteratuur zou uitgroeien, heeft zijn weinige vertrouwelingen misschien niet verbaasd, maar voor mensen die hem oppervlakkiger kenden, moet hete en schok zijn geweest. Die handelscorrespondent met dat brilletje, die snor en die goed manieren een dichter? Of die man die zich in de cafés van Lissabon stiekem klemzoop een briljante geest? Onmogelijk!
Dat het toch zo was, is vijfenzestig jaar na zijn dood wel duidelijk. Sterker: de bewondering en aandacht voor Pessoa lijken nog elke jaar toe te nemen. Waarom? In eerste instantie natuurlijk vanwege zijn werk, dat in complexiteit en zeggingskracht onvergelijkelijk is, en alleen om de regels ‘Ik ben niets/ Ik zal nooit iets zijn/ Ik kan ook niet iets willen zijn./ Afgezien daarvan koester ik alle dromen van de wereld.’ zijn onsterfelijkheid meer dan rechtvaardigt. Maar daarnaast is er de meervoudige mythe. Allereerst zijn er de talloze levens die hij leidde. Want werken sommige schrijvers onder pseudoniem(en), de namen waar Pessoa (wiens eigen naam zowel ‘persoon’ als ‘masker’ betekent) zijn werk mee ondertekende, gingen heel wat verder dan dat. ‘Heteroniemen’ zoals hij ze noemde, als de zeer uiteenlopende dichters Alberto Caeiro, Ricardo Reis en Álvaro de Campos of de prozaïst Bernando Soares werden eerder gebóren dan bedacht. Ze kregen een eigen biografie, en de onderlinge meningsverschillen konden hoog lopen. Een spel? Misschien, maar dan wel één van de ernstige soort. En is dat spel al niet genoeg voer voor mythevorming, dan is er ook nog de kist die in 1942 werd gevonden. Een hutkoffer waar ruimte 27000 geschriften het vrijwel geheel onontsloten oeuvre in werd aangetroffen. Poëziebundel na romen, afsplitsing na afsplitsing.
Een voorlopig blijven de verrassingen komen: ‘de kist van Pessoa heeft een nieuw geheim prijsgegeven,’ meldt Volkskrant vorig jaar nog, want wat bleek: de onderzoekers die van de Portugese staat in de manuscripten mogen spitten hadden alweer een heteroniem ontdekt. Álvaro Coelho de Ataíde, veertiende Baron van Teive heet hij, en volgens Richard Zenith, die de vondst deed, is de figuur die in 1928 werd geboren en drie jaar later zelfmoord pleegde, een uitdrukking van Pessoa’s verlangen om bij de adelstand te behoren.
Of dat inderdaad zo is, kunnen zelf beoordelen, want dan verschijnt bij De Arbeiderpers De Stoïcijn, August Willemsens vertaling van diens fragmentarische A Educação Estóica. Een onvoltooide tekst, want het motto luidt niet voor niets ‘De onmogelijkheid om grote kunst te maken.’
Zijn oeuvre zal nooit uit afgerond werk bestaan, maar ondertussen wordt er wel hard gewerkt aan een kritische editie van ‘de kist’. Ook in het Nederlands, want in september werden bij uitgeverij Assírio & Alvim alle rechten aangekocht, De Stoïcijn is samen met het in het Engels geschreven boek Lissabon, Wat de toerist moet zien maar de eerste aanzet voor een complete Pessoabibliotheek waarin vertalingen van zijn hele werk zullen verschijnen. Dat er naast de 22 nu in Portugal delen nog vele zullen volgen staat wel vast. Een mooie schat om naar uit te kijken. En een mooie aanleiding voor een portret.

quinta-feira, 12 de abril de 2012

Albero Caeiro - Mijn blik is zuiver als een zonnebloem

Mijn blik is zuiver als een zonnebloem.

Mijn blik is zuiver als een zonnebloem.
Ik ben gewoon langs de wegen te lopen
Al kijkend naar rechts en naar links
En nu en dan ook achterom…
En wat ik zie op elk moment
Is dat wat ik nooit eerder had gezien,
En ik weet dit heel goed op te marken…
Ik kan die verbazing in mij hebben
Die een kind zou hebben dat, hij de geboorte,
Zou beseffen dat het echt geboren was…
Ik voel mij elk moment geboren
Voor het eeuwig nieuwe van de wereld…

Ik geloof in de wereld zoals in een madeliefje,
Omdat ik haar zie. Maar ik denk er niet aan
Want denken, dat is niet begrijpen…
De wereld is niet gemaakt opdat wij erover zouden denken
(denken betekent een oogziekte hebben)
Maar om ernaar te kijken en het ermee eens te zijn.

Ik heb geen filosofie: ik heb zintuigen…
Als ik al spreek van de natuur, dan niet omdat ik weet wat zij is,
Maar omdat ik haar liefheb, en daarom juist heb ik haar lief,
Want wie liefheeft weet nooit wat hij liefheeft
Noch waarom hij liefheeft, noch wat liefde is…

Liefhebben is de eeuwige onschuld,
En de enige onschuld is niet denken…

Alberto Caeiro, in "O Guardador de Rebanhos - Poema I"
Fernando Pessoa via zijn heteroniem Alberto Caeiro
Vertaling August Willemsen

Alberto Caeiro was eerste grote heteronym van Pessoa; samengevat door Pessoa, die schrijft: „Hij ziet dingen slechts met de ogen, niet met de mening.

O meu olhar é nítido como um girassol.O meu olhar é nítido como um girassol.
Tenho o costume de andar pelas estradas
Olhando para a direita e para a esquerda,
E de vez em quando olhando para trás...
E o que vejo a cada momento
É aquilo que nunca antes eu tinha visto,
E eu sei dar por isso muito bem...
Sei ter o pasmo essencial
Que tem uma criança se, ao nascer,
Reparasse que nascera deveras...
Sinto-me nascido a cada momento
Para a eterna novidade do Mundo...

Creio no mundo como num malmequer,
Porque o vejo. Mas não penso nele
Porque pensar é não compreender...
O Mundo não se fez para pensarmos nele
(Pensar é estar doente dos olhos)
Mas para olharmos para ele e estarmos de acordo.

Eu não tenho filosofia; tenho sentidos...
Se falo na Natureza não é porque saiba o que ela é,
Mas porque a amo, e amo-a por isso
Porque quem ama nunca sabe o que ama
Nem sabe por que ama, nem o que é amar...
Amar é a eterna inocência,
E a única inocência não pensar...

Alberto Caeiro

sexta-feira, 11 de novembro de 2011

Carlos Drumond de Andrade - Het kontje, ach hoe aardig



Het kontje, ach hoe aardig

Het kontje, ach hoe aardig,
Lacht altijd, nooit tragisch.

Kan niet schelen wat
van voren zit. Het kontje is zichzelf genoeg.
Is er nog meer? Misschien de borsten.
Nou - moppert het kontje - die jongens
hebben nog heel wat voor de boeg.

Het kontje is tweelingmanen
in een onbelemmerd wiegen. Loopt vanzelf
in zijn lieftallige cadans, zijn wonder
twee in een te zijn, volledig.

Het kontje vermaakt zich
in zijn eentje. En bemint.
In bed beweegt het. Bergen
rijzen, dalen. Golven slaan
op grenzeloze kust.

Daar gaat het kontje, lachend. Blij
met de streling er te zijn, te schommelen.
Harmonieuze sferen hoog boven de chaos.

Het kontje is het kontje,
een rondje.

Carlos Drumond de Andrade
Vertaald door August Willemsen

Carlos Drummond de Andrade (Itabira, 31 oktober 1902 – Rio de Janeiro, 17 augustus 1987) was misschien het invloedrijkst Braziliaans dichter van 20ste eeuw.

A bunda, que engraçada

A bunda, que engraçada.
Está sempre sorrindo, nunca é trágica.

Não lhe importa o que vai
pela frente do corpo. A bunda basta-se.
Existe algo mais? Talvez os seios.
Ora - murmura a bunda - esses garotos
ainda lhes falta muito que estudar.

A bunda são duas luas gêmeas
em rotundo meneio. Anda por si
na cadência mimosa, no milagre
de ser duas em uma, plenamente.

A bunda se diverte
por conta própria. E ama.
Na cama agita-se. Montanhas
avolumam-se, descem. Ondas batendo
numa praia infinita.

Lá vai sorrindo a bunda. Vai feliz
na carícia de ser e balançar
Esferas harmoniosas sobre o caos.

A bunda é a bunda
redunda.